De vormgeving van het Friesch Dagblad is volledig vernieuwd door ontwerpers Koos Staal en Corné van der Horst. Het nieuwe uiterlijk van de papieren uitgave moet ‘de eigenzinnigheid’ van de krant benadrukken. “We trekken het regionale nieuws naar voren.”
De regionale weerslag van beleid, gebeurtenissen en ontwikkelingen staat in de krant voorop, legt de krant uit. “En nu letterlijk voorop: we trekken het regionale nieuws naar voren. Dat is de belangrijkste verandering van vandaag. Of het nu over politiek of klimaat, zorg en onderwijs, cultuur en sport, kerk en levensbeschouwing gaat: wat zich in Fryslân afspeelt, leest u direct bij het openslaan van de krant.”
“Het nieuws uit de rest van Nederland en verder de grenzen over staat voortaan verderop in de krant, in een eigen katern. Dat katern krijgt de titel Verder. Een naam met een mooie dubbele betekenis. In dit katern staat wat er wat er verder gebeurt, verderop in het land en in de wereld.”
Van der Horst vertelt in de krant over de aanpak. “De ontwerpen zijn vaak heen en weer gegaan tussen mij en de technische mensen van NDC”. In het proces sneuvelden onder meer paginanummers met een rondje erom. “Die bleken technisch niet haalbaar.” Een nieuw logo met daarin een pompeblêd haalde het evenmin. Maar de bestaande helblauwe kleur bleef behouden. Ook andere elementen van de oude krant zijn bewust in ere gehouden. “Het kenmerkende stippellijntje keerde terug en het standaard lettertype bleef gelijk”. De tekstletter werd wel een klein beetje groter: “Dienstverlening aan de iets oudere lezer.”
Even schrikken voor de lezer
De ontwerpers begrijpen dat de lezers flink kunnen schrikken van het nieuwe ontwerp. Koos Staal, die al bijna honderd kranten onder handen nam, stelt ze in de krant gerust. “Het is net als met een supermarkt waar u elke dag komt, waar ineens de inrichting en indeling is veranderd. Waar u jarenlang blindelings de boter, komkommers en wasmiddelen kon pakken staan nu andere producten. Dat ervaren we als een schok. Maar geloof me, we zijn er binnen een dikke week aan gewend en zullen dan ervaren dat de vernieuwing tóch een verbetering is.”